Jasper
30-09-2010 t/m 04-10-2010
 
Jasper een lang weekend logeren in Voorburg
Opa Jan en Oma Pat hebben mij vanmiddag
bij Opa Rob en Oma Wil opgehaald.
Papa en Mama gaan het weekend op keuken en badkamer jacht.

30-09-2010
 
Ik mag nu ook alleen op het bankje zitten. Ik ben te groot voor de kinderstoel. Zelf opscheppen.
Spruitjes met appelmoes.
Mijn nieuwe pyjama. Wat ben ik moooooi!
 
Naar het strand van Kijkduin.
01-10-2010
 
Ummmm..
Wat zal ik op mijn boterham doen?
Ha, ha, ha,
Beetje veel boter hè?
Goed uitsmeren. Doosje hagelslag
leeg kiepen.
Het resultaat
mag er zijn.
         
Schelpjes zoeken op het strand. Hij doet het. Gewoon lekker rommelen.
         
Ach wat zielig voor Opa, hij heeft zo z'n best gedaan met het zandkasteel. Toch nog even mooi maken met schelpjes. Ik kan ook sporen
maken hoor!
Wat kunnen we nu nog doen?
         
Samen met Opa klimmen en klauteren. Ik ben op de boot. Stuurman Jasper.
         
Heerlijke rode wangen. Snel nog even de boodschapjes doen.
Gelukkig staat daar de Jumbo bus.
Voor het slapengaan mag ik natuurlijk naar Opa Jan z'n trein kijken.
 
Pannenkoeken bakken.
02-10-2010
 
Kabouter Kwebbel. Oma had de Playmobil voor mij gepakt. Een bril net als Opa. Stuutje!
         
Nééé, Oma, zo moet dat schort toch niet zitten! Zo moet ie. De mix in de kom ... ... en daarna goed mixen.
         
Handig die vork, Jasper! En dat is EEN. En dat is TWEE. En dat is DRIE. Geen poedersuiker meer uit de strooier door de stroop.
 
Buitenspelen met de kindjes uit de straat.
03-10-2010
 
Ik mag me bij Opa en Oma eerst beschilderen met bodypaint. In het gekke badje.
         
Tekening voor Papa en Mama maken. Morgen ga ik weer naar huisje toe. Mensergerjenieten met Roos, Myrthe, Laurens en ikke.
         
Hier zijn de buurvrouw, Tom en Famke er ook gezellig bij. Tom ging zijn "Stekkies" uitdelen. Ik ben aan de beurt. Yes, ik heb er een! Ik weet alleen niet wat het is, maar dat geeft niet.
Hier kan niemand meer door met al die fietsen. Racen met Jur, Alex en Laurens.
         
Naar huis,
we gaan eten.
Ik zit nu op de groene tafel, daardoor kan ik aan de grote tafel eten. Dat is veel gezelliger. Dit bordje was in
no time helemaal op!!
Deksel van mijn toetje aflikken. Bah, zegt Oma.